Wat is thee?

Thee is meer dan een warm drankje

Vraag je honderd mensen wat thee is, dan krijg je gegarandeerd een dozijn verschillende antwoorden. Sommigen wijzen naar hun favoriete theezakje, anderen naar hun kruidentuintje, en weer anderen naar die ene theeceremonie die ze ooit meemaakten in Kyoto of Marrakesh. Toch is er een duidelijke basis: echte thee is afkomstig van één plant, namelijk de Camellia sinensis. Wat daaruit voortkomt – wit, groen, zwart, oolong of pu-erh – is puur afhankelijk van de verwerking. Alles wat niet van deze plant komt, mag officieel geen ‘thee’ genoemd worden, maar eerder een infusie of tisane. Maar goed, taal en gewoontes zijn soepeler dan regelgeving, en in de volksmond is kamillethee net zo goed ‘thee’ als Earl Grey. 🤷‍♂️

Toch is het nuttig om het onderscheid te begrijpen. Niet alleen omdat het de rijkdom van de theecultuur blootlegt, maar ook omdat het je helpt om met meer aandacht te drinken. Weten waar iets vandaan komt, maakt het des te aangenamer om het in je handen te houden – en vervolgens langzaam op te slurpen.

camellia sinensis

De Camellia sinensis als kern van het verhaal

De plant waaruit alle ‘echte’ thee voortkomt is de Camellia sinensis, een groenblijvende struik die oorspronkelijk uit China komt, maar zich ondertussen heeft verspreid tot in de verste uithoeken van de wereld – van India tot Kenia, van Taiwan tot Argentinië. Wat interessant is: alle soorten thee (wit, groen, geel, oolong, zwart, post-gefermenteerd zoals pu-erh) zijn afkomstig van dezelfde bladeren. Het verschil zit in hoe die bladeren verwerkt worden na het plukken. Fascinerend, toch? Alsof je met hetzelfde deeg zowel croissants als stokbrood kunt maken, afhankelijk van hoe je het kneedt, rolt en bakt.

Het productieproces – verwelken, rollen, oxideren, drogen – bepaalt de uiteindelijke smaak, kleur en geur. Groene thee wordt bijvoorbeeld nauwelijks geoxideerd, wat resulteert in een frisse, grassige smaak. Zwarte thee daarentegen ondergaat een volledige oxidatie, waardoor hij krachtig, diep en moutig wordt. En dan heb je nog oolong, het complexe kind tussenin, dat vaak doet denken aan perzik, noten of bloemen.

Zelf geef ik toe: ik ben een zwak blijven houden voor witte thee. De zachte, zilverachtige knopjes, de elegante eenvoud, de bijna etherische smaak… Het is alsof je dauw in een kopje giet. Niet voor elke dag, maar bij momenten bijna troostend poëtisch.

Wat is het verschil tussen thee en infusie?

Hier wordt het vaak verwarrend. Want wie een kruidige mix drinkt van pepermunt, venkel en lavendel, zal doorgaans zeggen: “Ik drink thee.” Maar strikt genomen is dat geen thee, maar een infusie – een aftreksel van kruiden, bloemen of planten die niet afkomstig zijn van de Camellia sinensis. Denk aan rooibos (uit Zuid-Afrika), kamille, citroenmelisse, gember, kurkuma of brandnetel. Vaak zijn ze cafeïnevrij en daardoor geliefd als avonddrankje of voor kinderen. Ook bij zwangerschap en borstvoeding grijpen veel mensen eerder naar infusies.

De grens is vloeibaar (pun intended). Want in theehuizen krijg je vaak menukaarten waar ‘kruidenthee’ gewoon tussen de andere soorten staat. En zeg nu zelf: wie zegt er om 22u “Zin in een warme infusie?” Nee, het blijft “een theetje drinken”. En eerlijk: ik pleit schuldig. Ook bij mij thuis staan er potjes gelabeld als ‘thee’ terwijl er geen Camellia-sinensis-blaadje te bespeuren valt. 🌿

Toch is het goed om het onderscheid te kennen. Niet alleen uit nauwkeurigheid, maar ook omdat het je helpt om bewuster te kiezen: zoek je cafeïne? Wil je bitterstoffen? Zoek je ontspanning, opwarming of net een frisse toets? Thee en infusies bieden elk een ander profiel.

Wat zit er in thee en wat doet het met je lichaam?

Een van de redenen waarom thee zo geliefd is, is zijn subtiele maar voelbare effect. Thee bevat cafeïne – al noemt men het in theekringen liever ‘theïne’. De stof is chemisch identiek aan cafeïne in koffie, maar wordt in thee anders opgenomen. Dat komt deels doordat thee ook L-theanine bevat, een aminozuur dat kalmerend werkt. Het gevolg? Thee geeft een zachte, geleidelijke opkikker zonder de nervositeit of het ‘dipje’ die koffie soms veroorzaakt. Als iemand zegt: “Thee maakt me helder zonder me op te jagen,” dan klopt dat aardig.

Daarnaast zitten er in thee tal van antioxidanten, zoals catechinen, polyfenolen en flavonoïden. Deze stoffen worden gelinkt aan allerlei gezondheidsvoordelen – van betere hartgezondheid tot celbescherming. Vooral groene thee krijgt in dat opzicht veel lof, hoewel zwarte en oolong-thee ook een flinke dosis nuttige stoffen bevatten.

Ik merk bij mezelf dat een kop goede oolong in de namiddag me vaak uit die loomheid haalt zonder me ‘op te zwepen’. Het is een soort helderheid die niet vanuit adrenaline komt, maar van binnenuit lijkt te groeien. Misschien zit het ook in het ritueel – het water op temperatuur brengen, de bladeren laten ademen, rustig inschenken. In een wereld vol haast is thee nog een van de weinige momenten die om traagheid vragen. 🫖

Wat zegt de theecultuur over een samenleving?

Thee is nooit zomaar een drank geweest. Het is een sociaal ritueel, een esthetische beleving, soms zelfs een spirituele praktijk. In Japan is de theeceremonie een oefening in aandacht, stilte en schoonheid – met vaste bewegingen en eeuwenoude filosofieën. In het Verenigd Koninkrijk is thee bijna nationaal erfgoed. “A nice cuppa” is de oplossing voor alles van een gebroken hart tot een stroompanne.

In Marokko symboliseert muntthee gastvrijheid – drie keer schenken, steeds zoeter, met een hand die de theepot hoog boven het glas tilt, als een sierlijke dans. En in Tibet wordt botertee gedronken: een vette, zoute drank die kracht geeft in de koude hoogvlaktes. Je vindt er geen delicate aroma’s, wel een diepe hartelijkheid.

De manier waarop mensen thee drinken, zegt veel over hun kijk op het leven. Is het functioneel of poëtisch? Gezond of gezellig? Sober of uitbundig? En vaak is het allebei. Bij mij thuis is thee zowel een ochtendstart als een late-namiddagpauze. Soms met een koekje. Soms met stilte.

Een theemoment heeft iets helends, iets verbindends. En ja, ik geloof dat het ook een klein protest kan zijn tegen de snelheid van het bestaan. Even gaan zitten. Even iets warms vasthouden. Even niets moeten. Alleen dát al is goud waard.

Hoe kies je de juiste thee voor jouw smaak en moment?

Dat is misschien wel de meest persoonlijke vraag in het hele thee-universum. Want smaken verschillen, en behoeften veranderen. Zoek je iets opwekkends voor ’s ochtends? Dan kan een groene thee met citrus of een zwarte thee met specerijen je zintuigen wakker maken. Heb je een stressvolle dag achter de rug? Dan is een zachte witte thee, een florale oolong of een lavendelinfusie een goede keuze. Of waarom geen pu-erh bij het lezen van een dik boek – aards, rijp en meditatief?

Voor wie begint: probeer losse thee, niet enkel zakjes. De geur, het uitzicht van de bladeren, de mogelijkheid om te experimenteren met temperatuur en trektijd – het maakt van thee een beleving. Zet eens een Darjeeling naast een Assam. Of een Japanse sencha naast een Chinese longjing. De verschillen zijn verbluffend. En net zoals bij wijn of kaas geldt: hoe meer je proeft, hoe meer je leert waarderen.

Thee is geen eindpunt, maar een reis. Soms eentje met een omweg langs een pot verse gember-citroengrasinfusie. Of een nachtelijke kop rooibos met vanille. En soms – heel soms – eentje met een ouderwets zakje jasmijnthee. Gewoon omdat het herinnert aan je grootmoeder. 💛