Chinese theecultuur

De Chinese theecultuur is als een eeuwenoude scroll vol geuren, smaken en rituelen die generaties overstijgt. Het is geen simpel kopje thee. Het is een levenswijze, een vorm van expressie, een sociaal ritueel en zelfs een spirituele oefening. Waar wij vaak denken aan een zakje in een mok met kokend water, wordt thee in China met een bijna ceremoniële precisie bereid en genoten. En net daar schuilt de schoonheid ervan: in het ogenschijnlijk eenvoudige dat eigenlijk barst van betekenis.

De wortels van deze cultuur reiken meer dan vijfduizend jaar terug, diep in de nevelige heuvels van Yunnan, waar wilde theestruiken nog steeds groeien zoals hun voorouders dat deden. De legende wil dat keizer Shen Nong, terwijl hij zijn water aan het koken was, toevallig een paar blaadjes van een boom in zijn pot zag dwarrelen. Nieuwsgierig als hij was – en vermoedelijk dorstig – proefde hij het drankje… en de rest is geschiedenis. Een legende, jazeker, maar wel één die de toon zet: thee is in China nooit zomaar iets geweest.

Waarom thee in China meer is dan een drank

Thee is in China verweven met sociale structuren, filosofie, literatuur en zelfs politiek. Een theekom kan een vredesoffer zijn, een verzoeningsgebaar of een vorm van eerbetoon. Tijdens formele gelegenheden is het schenken van thee een teken van respect. Jongeren bieden thee aan hun ouders of grootouders als uiting van dankbaarheid. Zelfs in huwelijksceremonies wordt thee geschonken, vaak door het koppel aan hun schoonouders – een symbolische stap richting acceptatie binnen de familie.

Wat mij persoonlijk altijd raakt aan die diepgang, is hoe vanzelfsprekend ze is. In een typisch theehuis in Chengdu of Hangzhou zie je mensen schaken, poëzie voordragen, discussiëren over de Dao of gewoon in stilte nippen. Het is geen haastig moment tussen afspraken door, maar een volwaardig tijdsblok, bijna een kleine retraite. Er heerst een soort rust die moeilijk na te bootsen is in onze Westerse koffiebars met hun constante geroezemoes en barista’s met oordoppen in.

En dan is er nog de kunst van het schenken zelf. Gongfu Cha – letterlijk ’thee met vaardigheid’ – is een Chinese theeceremonie waarbij de bereiding centraal staat. Geen overhaaste handelingen, geen haast. Elke beweging is doelgericht, van het voorverwarmen van de kopjes tot het precies gieten van het water. Sommige mensen vergelijken het met een dans of een vorm van meditatie. Niet eens zo’n gekke vergelijking, als je het mij vraagt.

Wat zijn de belangrijkste theesoorten in China?

China is niet alleen het land van de theecultuur, maar ook de bakermat van de meeste theesoorten die we kennen. En dan heb ik het niet over vage supermarktversies met fruitsmaak, maar over pure, krachtige, complex gelaagde infusies die je zintuigen wakker maken als een gong op een stille bergtop.

De zes belangrijkste theeklassen in China zijn:

  • Groene thee (绿茶 – Lǜchá): Bekend om zijn frisheid en grasachtige tonen. De bekendste is misschien wel Longjing (Dragon Well), afkomstig uit Hangzhou, een regio die bijna heilig verklaard is onder theeliefhebbers.
  • Zwarte thee (红茶 – Hóngchá): Let op, dit is niet wat wij in het Westen zwarte thee noemen. In China is het letterlijk ‘rode thee’, en puurder. Denk aan Qimen (Keemun) of de beroemde Yunnan Dianhong.
  • Witte thee (白茶 – Báichá): Subtiel, zacht en elegant. Vooral de Baihao Yinzhen (Silver Needle) is geliefd, en niet zonder reden: deze thee is lichtzoet, bloemig en haast etherisch.
  • Oolong (乌龙茶 – Wūlóngchá): Half geoxideerd, ergens tussen groen en zwart in. Oolongs uit de Wuyi-bergen zijn beroemd, met hun rokerige en minerale smaakprofiel.
  • Donkere thee (黑茶 – Hēichá): Inclusief Pu’er, een gefermenteerde thee die met de jaren rijpt en steeds rijker wordt. Het is een beetje zoals wijn, maar dan in vloeibare zen-vorm 🍵.
  • Gele thee (黄茶 – Huángchá): Zeer zeldzaam, en vaak duur. Het productieproces lijkt op dat van groene thee, maar met een extra oxidatiestap die de thee zachter maakt.

Elke regio in China heeft haar eigen stijl, terroir, en vakmanschap. Net zoals een Bourgondische pinot noir anders smaakt dan een Toscaanse sangiovese, zo verschillen ook een oolong uit Anxi en eentje uit Taiwan. En daar begint het experimenteren pas écht leuk te worden.

productie thee

De rol van het theehuis in het Chinese dagelijkse leven

Het Chinese theehuis is geen hipsterplek met neonletters en vegan muffins. Het is een kruising tussen een ontmoetingsplek, een filosofisch forum en een spirituele pauzeknop. In steden als Chengdu of Kunming kun je nog traditionele theetuinen vinden waar mensen urenlang blijven hangen. Er wordt kaart gespeeld, er wordt gezwegen, gelachen, onderhandeld en gemijmerd. Soms zitten er zelfs theemeesters die je, tegen een kleine vergoeding, onderdompelen in een theeritueel.

Ik herinner me een bezoek aan een theehuis in Hangzhou, waar ik tegenover een oude man zat die al vijftig jaar thee schonk. Hij sprak niet veel, maar zijn handen vertelden verhalen. Elke handeling – het openen van het doosje met theeblaadjes, het walsen van het water, het schenken – had een bijna hypnotiserende rust. En dan, plots, zei hij: “Thee leert je luisteren. Niet alleen naar anderen, maar ook naar jezelf.” Dat moment ben ik nooit vergeten.

In sommige regio’s is het theehuis ook een plek voor opera of komische vertellingen. In Sichuan zijn er zelfs theemeesters die theatrale performances geven tijdens het inschenken, compleet met lange tuiten en acrobatische bewegingen. Thee wordt zo een performance, een kunstvorm die alle zintuigen aanspreekt.

Hoe leer je zelf Chinees thee zetten zoals het hoort?

Gongfu Cha lijkt misschien ingewikkeld, maar de essentie is eigenlijk vrij eenvoudig: tijd nemen. Kies een mooie theepot (liefst van Yixing-klei of porselein), gebruik goede losse thee (geen zakjes!), warm alles op, meet de blaadjes af, en giet water met aandacht. Schenk eerst het water op de blaadjes en laat het kort trekken – 20 tot 40 seconden voor een eerste infusie is vaak voldoende – en herhaal dat meerdere keren. Elke infusie smaakt anders, subtieler, dieper. Het is geen haastklus. Het is een oefening in aandacht.

Wat ik zelf doe? Ik maak er een ochtendritueel van. Nog voor de mails, nog voor het ontbijt. Een kleine theeceremonie voor mezelf. Even stilte, even geur, even smaak. Het verandert de dag. Soms gebruik ik een gaiwan – dat is zo’n traditioneel Chinees kopje met deksel – en soms een mini theepotje. Ik speel met temperatuur, hoeveelheid en trektijd. Soms giet ik de tweede infusie zelfs terug in het eerste kopje om de smaken te mengen. Kleine experimenten, groot plezier 😊.

Er zijn tegenwoordig ook veel workshops en online cursussen te vinden over Gongfu Cha. En als je de kans krijgt om een theemeester te ontmoeten of een reis naar China te maken, grijp die met beide handen. Want thee leer je niet uit boeken alleen. Je moet het proeven. Je moet het voelen.

Waarom Chinese thee altijd anders smaakt dan Europese thee

Er zijn meerdere verklaringen. Ten eerste is de versheid van de blaadjes cruciaal. In Europa liggen veel theesoorten al maanden in opslag, verpakt in karton of in zakjes met kunstmatige aroma’s. In China zijn sommige theesoorten amper een week na de oogst al te drinken – verser dan dat wordt het niet. Ook het water maakt uit. In Chinese theedorpen gebruiken ze bronwater, zacht en mineraalarm, dat de smaak van de thee niet maskeert. Kraanwater vol chloor of kalk? Geen goed idee. Gebruik gefilterd of gebotteld water, en vermijd kokend water bij delicate theesoorten.

Daarnaast is het belangrijk om te beseffen dat thee in China vaak in kleinere hoeveelheden en met meerdere infusies wordt gezet. In plaats van één grote beker krijg je vijf, zes of zelfs tien kleine kopjes – elk met een subtiele variatie op de vorige. Je leert luisteren naar de thee. En hoe meer je proeft, hoe meer je ontdekt. Alsof je een boek leest waarvan de hoofdstukken zich langzaam ontvouwen 📖.

En misschien is het wel dat – de traagheid, de aandacht, het respect voor het proces – dat Chinese thee zo betoverend maakt. In een wereld die steeds sneller draait, is een goed gezette kop Chinese thee een kleine daad van rebellie. Een zachte revolutie, in stilte geserveerd.