Darjeeling (India)

Er zijn theeregio’s die mythische status hebben verworven. Niet enkel door hun ligging of geschiedenis, maar omdat hun naam op zichzelf al poëzie lijkt. Darjeeling, aan de voet van de Himalaya in het noorden van India, is zo’n naam. Ze roept beelden op van nevelige berghellingen, met de geur van natte aarde en frisse theebladeren in de lucht. En het mooiste? Die romantiek zit ook in het kopje dat je uiteindelijk drinkt.

Wat maakt Darjeeling-thee zo bijzonder?

Darjeeling-thee wordt wereldwijd vaak omschreven als de “Champagne van de thee”. En zoals met Champagne is de herkomst hier meer dan enkel een geografische aanduiding – het is een keurmerk, een belofte. Alleen thee die geteeld wordt binnen de afgebakende heuvelgebieden van Darjeeling mag officieel de naam dragen. Een streng gecontroleerde geografische indicatie beschermt dat label.

Wat Darjeeling-thee echt onderscheidt, is het karakter: een subtiele, bloemige smaak met een muskaatachtige ondertoon die je moeilijk in woorden kunt vatten maar des te makkelijker herkent zodra je het proeft. Sommige Darjeelings kunnen licht en luchtig zijn als een lentebries, terwijl anderen een diepere complexiteit dragen die je eerder zou verwachten van een fijn glas wijn. Die typische muskaattoets – “muscatel” genoemd in de theewereld – is haast onnavolgbaar en ontstaat door de combinatie van hoogte, klimaat, bodem en traditionele bewerking.

De meeste Darjeeling-theeën worden gemaakt van de Camellia sinensis var. sinensis-plant, die beter gedijt op grotere hoogte. Voeg daar de vaak mistige omstandigheden aan toe – de planten krijgen zelden fel zonlicht – en je krijgt een langzame, trage groei die meer smaak concentreert in het blad. En dat proef je, zonder twijfel 🍃.

theeproductie india

Het unieke terroir van de Himalaya-regio

De theeplantages van Darjeeling liggen op hoogtes tussen de 600 en 2000 meter boven zeeniveau. Dat klinkt misschien gewoon als een feitje, maar het is cruciaal voor de smaak. Thee groeit trager op grotere hoogte, waardoor de smaakstoffen zich intenser ontwikkelen. Bovendien zijn er grote verschillen in dag- en nachttemperatuur, wat ook bijdraagt aan het typische aroma en de verfijning.

De regio zelf telt ongeveer 87 erkende theeplantages – ‘gardens’ genoemd – elk met hun eigen karakter, traditie en verhaal. Tuinen zoals Castleton, Margaret’s Hope, Makaibari en Jungpana zijn legendarisch geworden onder kenners. Sommigen verzamelen zelfs first flushes van specifieke tuinen alsof het zeldzame Bordeauxwijnen zijn.

Het klimaat is grillig, en regenval speelt een grote rol. Te veel regen, en de oogst kan verdunnen; te weinig, en de productie lijdt. De mist die vaak over de heuvels hangt, zorgt niet enkel voor dramatische foto’s, maar houdt ook de luchtvochtigheid hoog – essentieel voor de groei van de delicate blaadjes.

Het is die combinatie van hoogtemeters, vochtigheid, bodem en handgeplukte verwerking die het terroir van Darjeeling zo uitzonderlijk maakt. Als je het mij vraagt: er is geen andere plek op aarde die zo consistent dit soort karaktervolle thee kan produceren.

Welke oogsten zijn er en wat is het verschil?

Darjeeling kent drie grote plukmomenten – of “flushes” – elk met hun eigen smaakprofiel. En daar zit echt het plezier voor de theeliefhebber: dezelfde struik geeft doorheen het jaar drie heel verschillende expressies.

De first flush wordt geoogst in het vroege voorjaar (maart tot april). De blaadjes zijn jong, fris en zitten vol levendige aroma’s. Denk: groene noten, bloemen, soms zelfs wat citrus. Deze theesoorten zijn lichter van kleur en smaak, bijna zoals een groene thee, maar met een meer gelaagd karakter. Mijn persoonlijke favoriet, zeker bij het ochtendlicht 🌤️.

De second flush, van mei tot juni, staat bekend om zijn muskaattoets. Hier komt dat beroemde “muscatel” karakter echt tot zijn recht. Deze oogst is iets donkerder en complexer, met een fluwelen diepgang die je doet denken aan abrikoos, rijpe druiven en een zachte kruidigheid. Dit is de flush die wereldwijd het meest wordt gewaardeerd.

De autumnal flush, geoogst in het najaar (oktober tot november), levert een warme, aardse thee op. De blaadjes zijn rijper en geven een zachtere, soms wat nootachtige smaak. Minder bloemig dan de vorige oogsten, maar nog steeds vol karakter. Perfect voor de herfst, met een sjaal om en een boek in de hand 🍂.

Hoe zet je Darjeeling op zijn best?

Darjeeling mag dan een zwarte thee zijn volgens de technische classificatie, maar in zijn bereiding verdient hij de zachtheid van een groene thee. Overgiet je hem met kokend water en laat je hem vijf minuten trekken, dan riskeer je bitterheid – zonde van zo’n verfijnd blad.

Voor first flush adviseer ik water van ongeveer 80 tot 85 °C, en een trektijd van 2 à 2,5 minuten. Second flush kan iets meer hebben: rond de 90 °C en drie minuten trekken. Gebruik altijd gefilterd of zacht water – hard water doet geen recht aan die fijne smaaktonen. En gebruik gerust een theepot met voldoende ruimte zodat de bladeren kunnen “ademen” en zich ontvouwen.

Melk toevoegen? Niet doen bij first of second flush. Deze theeën zijn subtiel en vragen om aandacht, geen verstoring. Bij sommige herfst-oogsten kan een druppeltje melk wel, maar dat is eerder uitzondering dan regel.

Welke Darjeeling-theetuinen zijn legendarisch?

Sommige Darjeeling-plantages hebben door de jaren heen een cultstatus verworven, met name onder sommeliers en theeverzamelaars. Tuinen zoals:

  • Castleton: misschien wel de meest befaamde, met second flushes die muscatel in zijn zuiverste vorm tonen.
  • Makaibari: een pionier in biodynamische landbouw en bijzonder geëerd om zijn first flush.
  • Margaret’s Hope: genoemd naar de dochter van de plantage-eigenaar die jong stierf, met een emotionele geschiedenis en diepe, krachtige theeën.
  • Jungpana: afgelegen, moeilijk te bereiken, maar bekend om second flushes van uitzonderlijke kwaliteit.

Wie een echte theereis maakt in Darjeeling, zou minstens één van deze tuinen moeten bezoeken. Het uitzicht alleen al – theestruiken die als groene watervallen over de berghelling stromen – is onvergetelijk. En geloof me: als je een thee daar proeft, vlak na de oogst, verandert dat je definitief als theedrinker.

Darjeeling versus andere zwarte thee: wat zijn de verschillen?

Verwacht geen donkerbruine, moutige thee zoals bij Assam of Ceylon. Darjeeling is vaak lichter, meer op finesse dan kracht. Terwijl Assam je ‘s morgens wakker schudt, is Darjeeling meer een gesprekspartner op een namiddag – subtiel, gelaagd, geduldig. Hij vraagt om aandacht, niet om snelheid. Het is een thee die je drinkt om het moment te vertragen, niet om productief te zijn.

Zelfs binnen India is het verschil met andere regio’s uitgesproken. In Nilgiri, bijvoorbeeld, worden ook geurige zwarte theesoorten gemaakt, maar die zijn meestal minder complex en eerder fris dan bloemig. Chinese zwarte theeën kunnen soms rokerig of zoetig zijn (zoals Lapsang of Keemun), maar missen vaak dat muscatelprofiel dat Darjeeling typeert.

Een goed gezette Darjeeling is daarom ideaal voor een moment van introspectie – of gewoon om eens stil te staan bij hoe wonderlijk een blad kan zijn 🍵.